Henrique, kardinaal-koning (1578-1580). De vereniging van Portugal met Spanje

Deel 13 Index

Hoofdstuk 1.

De vereniging van Portugal met Spanje:

1.1. Henrique, kardinaal-koning (1578-1580)

Geschreven door Arnold van Wickeren

De eerste berichten over de Slag bij Alcácer Quibir bereiken Lissabon op 10 of 11 augustus. En ofschoon de bestuurders het nieuws achterhouden, circuleren er al spoedig geruchten over de ramp, waarbij de inwoners van de stad nauw betrokken zijn. Er is namelijk vrijwel geen gezin waarvan niet de man, vader, broer of een ander familielid in Marokko heeft gestreden, terwijl veel andere inwoners van Lissabon, met name kooplieden hun geld hebben gestoken in Sebastião’s avontuur. De kardinaal die in Alcobaça verblijft, haast zich naar Lissabon. Zodra hij daar is aangekomen, wordt het nieuws van de nederlaag bekend gemaakt, maar op dat moment is nog niets bekend over het lot van de koning. Eerst op 24 augustus wordt bekend dat het zwaar gewonde naakte lichaam van de jonge vorst op het slagveld is gevonden en dat het is begraven in het huis van de gouverneur van Alcácer Quibir. De legende over zijn overleven is waarschijnlijk ontstaan gedurende de periode van onzekerheid. In de nacht volgend op de nederlaag bereiken enige vluchtelingen Arzila en verlangen toegang tot de stad. De schildwachten vertrouwen de zaak eerst niet en houden daarom de poort gesloten. Een van de mannen die toegang tot de stad vragen, schreeuwt: “man doe de poort open, de koning is onder ons. Als daarop de poort wordt geopend, slaat een van de mannen een mantel om en passeert de poortwachters. Dit incident is mogelijk de oorsprong van de legende dat Sebastião, wiens wapenrusting niet is teruggevonden, niet in de slag is omgekomen.

Sebastião’s overlijden opent de weg naar hereniging van het Iberisch schiereiland. De 66-jarige kardinaal Henrique, die aan jicht en tuberculose lijdt, wordt op 27 augustus uitgeroepen tot koning van Portugal. Hij is de laatst levende zoon van Dom Manuel. Twee van zijn broers, Luís en Duarte hebben kinderen nagelaten. Luís die nooit gehuwd is geweest, is – zoals eerder vermeld – de vader van António, de Prior van Crato. En Duarte heeft twee dochters, Maria en Catarina, nagelaten. Maria die gehuwd is geweest met Alessandro Farnese, hertog van Parma, gouverneur van de Nederlanden, is in 1577 overleden, maar zij heeft een zoon nagelaten, Ranuccio, de toekomstige hertog van Parma. Catarina is gehuwd met João, hertog van Bragança. Dom Manuels dochters hebben nog twee lieden die aanspraak maken op de troon vann Portugal voortgebracht: Philp II, koning van Spanje en Filiberto, hertog van Savoie.

Juridisch gezien, heeft Ranuccio de beste papieren, maar hij is een kind van 9 jaar en zijn vader verkeert niet in de positie de rechten van zijn zoontje tegen zijn heer, de koning van Spanje, te kunnen verdedigen. Catarina van Bragança vormt theoretisch de meest serieuze bedreiging voor de aanspraak van Philips II. Zij heeft aanvankelijk ook de steun van koning Henrique en van de jezuïeten die hem adviseren. Maar achter haar rug ondermijnt haar man haar inspanningen door leidende edelen voor het hoofd te stoten en door met Philips II en de paus te onderhandelen over een mogelijk huwelijk van hun dochter met de zoon van Philips II, of wellicht met de vorst zelf, die weduwnaar is. Uiteindelijk zal het Catarina schorten aan populariteit en politieke invloed om haar doel te verwezenlijken. António heeft het voordeel het enig nog levende kleinkind van koning Manuel te zijn. Philips II, ontleent zijn rechten op de Portugese troon nog uitsluitend aan het huwelijk van zijn vader, Karel V, met zijn moeder Isabel, dochter van koning Manuel, omdat zijn eerste vrouw, Maria van Portugal, dochter van Dom João III en het uit dit huwelijk geboren kind Don Carlos, beiden zijn overleden en Philips II is nu getrouwd met Elizabeth van Valois. Ondanks zijn gebrek aan legitieme argumenten, is Philips II krachtig en vastbesloten genoeg om zijn concurrenten te overtroeven. Zijn gezanten en spionnen weten vele leden van de hogere Portugese adel onder druk te zetten en zonodig om te kopen om Philips’ kandidatuur te ondersteunen.

Henriques twee belangrijkste zorgen zijn de duizenden Portugese gevangenen uit Marokko vrij te kopen en een legale troonopvolger te vinden, waardoor Portugal een burgeroorlog bespaard zal worden. In de oplossing van het eerste probleem zal hij tamelijk succesrijk blijken te zijn; in oktober 1579 zullen al veel edelen zijn vrijgekocht, mede dankzij de tussenkomst van verschillende jezuïeten en trinitariër-broeders. De Societas Jesu verkeert in 1579 in een lastige positie; in dat jaar wordt in naam van de inwoners van Lissabon aan de Heilige Stoel een memorandum gezonden. In dit memorandum wordt de verantwoordelijkheid voor de ramp bij Alcácer Quibir geschoven in de schoenen van de jezuïeten; zij zouden Sebastião onverstandig en boosaardig hebben opgevoed. De generaal van de Societas Jesu, Everard Mercurian (1573-1580) wil voorkomen dat de orde verdere schade oploopt, door een zondebok te offeren. Hij vraagt Dom Henrique Leão Henriques te ontslaan, maar de koning weigert zijn biechtvader die, afgezien van de oude Jorge Serrão, de enige jezuïet aan het hof is, heen te zenden. Het tweede probleem, dat van de troonopvolging, zou kunnen worden opgelost als de koning een legitiem kind zou nalaten. Het schijnt dat Isabel de Austria, de weduwe van Charles IX van Frankrijk, bereid is geweest met Henrique in het huwelijk te treden, maar omdat paus Gregorius XIII zich hiertegen, onder Spaanse druk verzet, komt van dit plan niets terecht. Henrique kondigt aan de paus dispensatie te zullen vragen om de kerk te verlaten en in het huwelijk te treden, met de 13-jarige dochter van Catarina van Bragança, om bij haar een wettige troonopvolger te kunnen verwekken. Hij wordt in zijn pogingen effectief gedwarsboomd door Philips II, die zijn gewicht bij de Heilige Stoel in de schaal legt. Hij zendt de hertog van Osuna naar Portugal, om te verklaren dat zijn rechten op de Portugese troon “juridisch evident en zonneklaar zijn”

Philips’ gezant, Cristóvão de Mourai, die zich door Philips laat betalen, koopt invloedrijke Portugezen om, een taak die wordt vergemakkelijkt door de concentratie van macht in de handen van weinigen. Moura weet Pedro de Alcáçova Carneiro, lid van de adel en van de gemeenteraad van Lissabon, de stad die zich tweehonderd jaar eerder tegen Castilië heeft gekeerd, voor Philips’ kandidatuur te winnen. Op 1 maart 1579 komt de Cortes bijeen in Lissabon; de adel in de Igreja do Carmo, de geestelijkheid in de kathedraal en de afgevaardigden van de derde stand in het Convento de São Francisco. Het ogenschijnlijke doel van de bijeenkomst is de Cortes instemming te doen betuigen met Henriques dispensatieverzoek aan de Heilige Stoel in het huwelijk te mogen treden, maar de kardinaal-koning vraagt iedere stand een kleine permanente commissie te kiezen van definidores, die de rivaliserende aanspraken op de troon dienen te onderzoeken. De vertegenwoordigers van het volk voelen niets voor een kleine commissie en zij verkiezen 40 man, Maar op 1 juni, als de Cortes weer bijeen is, gaan zij akkoord met de namen van vijf interimbestuurders die Henrique wil benoemen. Op 12 juni wijst hij vijf bestuurders aan, die zullen regeren als hij zal zijn overleden.

Kort daarvoor, op 30 mei, heeft Philips II in de Cortes van Castilië verklaard dat zijn claim ondersteund wordt door de meeste Spaanse, Italiaanse en Portugese staatsrechtgeleerden; wat de maand daarop in Lissabon wordt gepresenteerd. De enige actieve tegenstand komt van de Prior van Crato, die door de koning gehaat en door de adel en geestelijkheidii niet gesteund wordt, maar bij het gewone volk, dat niets voelt voor een Spaanse koning, geniet hij uit gebrek aan een betere keus een zekere populariteit, omdat hij Philips II durft te trotseren. Hij heeft getracht te bewijzen dat zijn vader hem als zijn zoon heeft erkend en is erin geslaagd een groot aantal Portugezen hiervan te overtuigen. Zijn vrienden beweren dat António’s ouders met elkaar in het huwelijk zijn getreden, waarop Henrique, die de Prior van Crato hartgrondig haat, omdat hij getracht heeft zich te ontdoen van zijn kerkelijke status, maar desondanks vermomd als parochiepriester Marokko heeft weten te ontvluchten, een verklaring uitgeeft dat hij een bastaard is, welke verklaring later weer wordt ingetrokken, en hem van het hof verbant. António gaat naar Coimbra, waar hij geestdriftig door de studenten wordt ontvangen. Als Edward Walton op 14 juli in Lissabon aankomt, heeft hij giften bij zich van koningin Elizabeth voor Dom António en voor de hertogin van Bragança. De gezant is al spoedig van mening dat er in Portugal geen oppositie van betekenis is tegen de kandidatuur van Philips II. Henrique die de macht van Philips II vreest, heeft aanvankelijk een voorkeur voor Catarina van Bragança. Hij stelt Philips II voor te verhinderen dat de kronen van Spanje en Portugal door dezelfde persoon zullen worden gedragen, door zijn kandidatuur voor de Portugese kroon over te dragen aan een van zijn kinderen. Tevergeefs, Osuna en Moura zetten hun intensieve campagne voort, om leden van de Portugese Cortes om te kopen, waarbij zij zelfs poneren dat leden van de Cortes die de derde stand vertegenwoordigen, niet bekwaam zijn om de troonopvolger te kiezen.

Tegen het einde van het jaar 1579 vraagt de kardinaal-koning zich af of hij er verstandig aan doet oppositie te blijven voeren tegen Philips II. Deze is de verandering in de houding van Henrique niet ontgaan en hij besluit de druk op de jezuïeten, Henriques adviseurs, op te voeren. Nadat hij bericht heeft ontvangen van Moura en van de Spaanse ambassadeur in Rome, dat de jezuïeten Leão Henriques en Jorge Serrão persoonlijk Catarina van Bragança steunen, gelast hij de Spaanse ambassadeur te bewerkstelligen dat de generaal van de Societas Jesu, Mercurian, een boodschap laat uitgaan, waarin de Portugese jezuïeten wordt opgedragen in de opvolgingskwestie een strikt neutraal standpunt in te nemen. Philips wenst in zijn hart geen neutrale opstelling van de jezuïeten in Portugal; hij wil hun actieve steun. Daartoe zendt hij de aristocraat Luís de Guzmán s.j. naar diens oude vriend Leão Henriques, om hem over te halen de koning te adviseren de kandidatuur van Philips II te steunen. Later dringt Philips II in een persoonlijke brief aan Leão Henriques, die hij door Moura laat bezorgen, hierop nog eens aan.

Ondertussen moet het land schatten opbrengen om de vele gevangengenomen edelen van de moren vrij te kopen. Sjarif Mulay ‘Abd-el-Malik vraagt de overdracht van de drie Portugese forten in: Ceuta, Tanger en Mazagão, in ruil voor het lijk van Sebastião. Dit wordt geweigerd, waarop de sjarif in plaats daarvan een bedrag van 60.000 cruzados accepteert. Er worden in Fez 80 edelen, die 400.000 cruzados zouden moeten opbrengen, vastgehouden. De kroon legt hiervan een kwart op tafel en hun families zenden juwelen, kleding en kredietbrieven. Wanneer de ambassadeur, Dom Francisco da Costa een en ander heeft verkocht, komt hij nog 120.000 cruzados tekort. Dus worden niet alle 80, maar slechts 69 edelen in november 1579 vrijgelaten en Dom Francisco blijft als gijzelaar achter voor wat Portugal nog verschuldigd is. Hij sterft zonder te zijn vrijgekocht. Van de krijgsgevangenen die in Marrakech verblijven, worden 40 edellieden vrijgelaten voor 2.000 tot 10.000 cruzados per hoofd. Duizenden minder gelukkige gevangenen worden verspreid over het gehele land. Zij weten zich soms vrij te kopen voor geringe bedragen. Een van de door Philips II aangeboden panden bestaat uit zijn belofte dat hij de betaling van vrijkoopsommen zal overnemen.

Op 11 januari 1580 vergadert de Cortes in Almeirim en Santarém. Er dienen rechters te worden gekozen die zullen beslissen over de troonopvolging. De eerste twee zijn aanhangers van de hertogin van Bragança en Osuna en Moura protesteren tegen hun verkiezing; zij krijgen hun zin. De vertegenwoordiging van de derde stand is grotendeels ontdaan van supporters van Dom António. Als de patriot Febo Moniz vraagt om uitgebreider beraadslagingen, kondigt de kardinaal-koning straffen af voor eenieder die de Prior van Crato een veilige verblijfplaats verschaft. Op 15 januari verschijnt de bisschop van Leiria in Santarém en hij dringt erop aan dat de vertegenwoordigers van de burgerij tot een vergelijk komen met Philips II: hij stelt voor dat Henrique aftreedt om plaats te maken voor zijn opvolger. Dit voorstel lokt hevige protesten uit en Febo Moniz reist naar Lissabon om tegen de gang van zaken bij de koning protest aan te tekenen. Hij treft Henrique op zijn sterfbed aan. Deze kan de vertegenwoordigers van de burgerij nog slechts zeggen dat hij van mening is dat honorering van Philips’ aanspraken het beste is. Nog dezelfde avond wordt getracht instemming van de Cortes te krijgen voor onderhandelingen met Spanje. De vertegenwoordigers van de geestelijkheid zijn hiervoor; de adel is verdeeld, maar stemt uiteindelijk met het voorstel in met een meerderheid van één stem; de vertegenwoordigers van de burgerij verklaren liever te willen sterven dan Philips II te gehoorzamen. Daarop worden vertegenwoordigers van de belangrijkste steden naar Henriques ziekbed ontboden om hen over te halen Philips’ aanspraak te ondersteunen. De Spaanse gezanten voeren de druk verder op. Op 28 januari valt Henrique in coma. Nog dezelfde avond verschijnt Dom António, wiens titels en rang hem afgelopen november ontnomen zijn, in Almeirim. Hij wordt de dag daarop gevolgd door de Catarina van Bragança. Op 31 januari 1580 sterft koning Henrique, in aanwezigheid van de jezuïeten Henriques en Serrão, twee dominicanen en een franciscaan.

Het is nu aan de interimbestuurders de openbare orde te handhaven totdat de rechters uitspraak hebben gedaan over de troonopvolging. Drie van de vijf bestuurders lopen aan de leiband van Moura; één heeft zijn standpunt nog niet bekendgemaakt en één is gekant tegen de claim van Philips II. Zij hebben 2.000 soldaten tot hun beschikking, maar zij vrezen dat het verschijnen van António tot onrust onder de bevolking zal leiden en zij zetten de vertegenwoordigers van de burgerij in de Cortes onder druk met hen samen te werken. Febo Moniz verlangt hierop een onderzoek naar de gevallen van omkoping en dringt erop aan dat er een ambassadeur naar Spanje wordt gezonden, om Philips II te verzekeren dat er recht zal worden gedaan. Hij wil ook een ambassadeur naar Rome zenden, die de paus dient te verzoeken Philips II ervan te weerhouden geweld tegen Portugal te gebruiken. Het sluiten van de zitting van de Cortes is een prerogatief dat de koning toekomt, maar omdat de koning overleden is tijdens de zitting, wat nog niet eerder is voorgekomen, rijst de vraag wat te doen. De interimbestuurders hakken de knoop door met het argument dat zij zijn benoemd om ook deze taak uit te voeren en zij benoemen een uitvoerend comité.

Philips II zendt de interimbestuurders, de leden van de Cortes, de steden, de hertogin van Bragança en de Prior van Crato verzoenende brieven. Hij belooft niemand die door Henrique is benoemd, te zullen ontslaan, Portugezen in zijn huishouding op te nemen, Portugal, Indië en Afrika te zullen verdedigen, zijn zoon in Portugal te laten opvoeden, de nog in Marokko gevangenzittende Portugezen te zullen vrijkopen en te zorgen voor de aanvoer van graan. Maar tezelfdertijd brengt hij troepen op de been, onder bevel van Fernando Alvarez de Toledo y Pimentel, terceiro duque de Alba, de vroegere tyrannieke gouverneur van de Lage Landen, om Portugal te bezetten. Philips II verblijft ondertussen in Guadalupe, waar twee Portugese boodschappers verschijnen om hem te vragen af te zien van geweld. De koning laat hen meer dan twee weken wachten, om hun vervolgens mede te delen dat hij iedereen verbiedt te spreken over zijn rechten op de Portugese troon. In mei geeft hij de interimbestuurders nog een maand de tijd om hem te gehoorzamen. Hun grootste vrees is de greep op de bevolking te verliezen. Zij besluiten daarom de Cortes weer bijeen te roepen, in de hoop dat procuratoren worden gekozen die Philips II gunstig gezind zijn. Bij de eerste verkiezing blijkt dit voor Lissabon niet mogelijk te zijn. Op 18 juni spreekt de grensstad Elvas zich voor Philips uit, welke stellingname die het effect heeft van een Spaanse invasie, in het hele land veel beroering teweegbrengt. De volgende dag wordt António in Santarém tot koning gekroond, waarbij de bevolking enthousiast reageert. Vier dagen later houdt hij zijn triomfantelijke intocht in Lissabon, nadat de vijf interimbestuurders zijn uitgeweken naar Setúbal. Binnen een week lanceert Philips II een aanval met land- en zeestrijdkrachten op Portugal. De gevreesde hertog van Alba overschrijdt met 40.000 man de grens bij Badajoz. Hij ontmoet slechts symbolische tegenstand en zijn troepen bezetten Évora, Arraiolos en Montémor en bereiken Setúbal, vanwaar de Spaanse vloot, onder bevel van de markies van Santa Cruz, hen naar de monding van de Taag vervoert. António’s strijdkrachten, zo’n 10.000 man, zijn haastig bijeengeraapt en hij heeft slechts een paar officieren en weinig geld. De hertog van Alba verwoest op 30 juli 1580 het fort van Cascais met kanonvuur en hangt de capitão en drie anderen op. Zijn troepen ontmoeten de ongeregelde strijdkrachten van António in het ravijn van Alcântara, een buitenwijk van Lissabon. Er volgt een enorm bloedbad, waarbij eenvijfde deel van António’s manschappen wordt afgeslacht. De agent van Fugger rapporteert dat alle straten vol lagen met gedode mannen en paarden. Alba’s verovering van Portugal in een paar weken is een van zijn meest briljante veldtochten. Een smet daarop is dat zijn troepen daarbij vaak net zo wreed optreden als zij voorheen in de Lage Landen hebben gedaan. Na zijn nederlaag vlucht António naar het noorden, eerst naar Santarém en vervolgens naar Coimbra, waar de studenten zijn zijde kiezen. Hij trekt zich terug in Porto, maar kan de stad niet behouden. Hij verbergt zich verscheidene maanden in Portugal, maar begeeft zich in mei 1581 naar Frankrijk. Philips II is in december 1580 naar Portugal gekomen en ontvangt de hulde van de hertogin van Bragança bij volmacht, tezamen met die van de andere edelen en de hoge geestelijkheid. Alleen de Azoren blijven loyaal aan Dom António.

i Dauril Alden betitelt Moura als een “ignobele Portugese quisling” (pag. 87)

ii De jezuïeten haten Antónia echter. António heeft in 1576, tijdens een koninklijke receptie tegenover Frei Mauricio Serpe en pleine public de jezuïeten uitgemaakt voor rovers en vredesverstoorders. Toen de gekrenkte Serpe het paleis verliet, heeft hij gezegd daarin nooit meer te zullen terugkeren. António zou toen geantwoord hebben: “U doet er goed aan te vertrekken en als u terug zou komen, zal ik u persoonlijk het raam uitgooien.”Deze woordenwisseling heeft een breuk veroorzaakt die nimmer is gelijmd.

1.2. Portugal onder de Habsburgers (1580-1640)

About Marco Ramerini

I am passionate about history, especially the history of geographical explorations and colonialism.
x

Check Also

De Malediven. Expansie van het Império Português (1515-1521)

Deel 6 Index Hoofdstuk 7 Expansie van het Império Português (1515-1521) 7.1 De Malediven Geschreven door Arnold van ...