Stokkende maritieme expansie?

Deel 7 Index

Hoofdstuk 12

Stokkende maritieme expansie?

12.0 Stokkende maritieme expansie?

Geschreven door Arnold van Wickeren

Er is wel betoogd dat Portugal het initiatief op de ontdekkingen uit handen heeft gegeven. In dit verband wordt gewezen op het afwijzen door koning João II van het plan van Columbus in 1484 die vervolgens voor de Reyes Católicos in 1492 Amerika ontdekt, alsmede op het feit dat Vasco da Gama pas in 1497 voor zijn eerste reis naar Indië vertrekt, maar liefst negen jaar na de ontdekking van de zeeweg naar Indië. Wat de afwijzing van Columbus’ plan betreft, stelt het succes van Bartolomeu Dias koning João II in het gelijk. Waarom de eerste expeditie naar Indië pas in 1497 vertrekt, blijkt uit de loop van de volgende gebeurtenissen.

Terwijl João II in afwachting is van de resultaten van Diogo Cão’s tweede reis, verneemt hij van de ambassadeur van de koning van Benin, met welk koninkrijk de Portugezen goede betrekkingen hebben aangeknoopt, dat het rijk van de machtige vorst Ogane, die koning João II – op basis van de gegeven beschrijving – voor Preste Joam houdt, zich in Oost-Afrika bevindt. Nog voordat Bartolomeu Dias uitzeilt, zendt de koning Pero de Covilhã en Afonso de Paiva naar het Midden-Oosten. Zij dienen zich naar Ethiopië te begeven, om Preste Joam boodschappen van de Portugese koning over te brengen, terwijl Pero de Covilhão, die een grote staat van dienst heeft, bovendien belast wordt met een spionageopdracht naar de Indische Oceaan. Hij kwijt zich voortreffelijk van zijn taak. Hij bezoekt, vermomd als Arabische koopman, vrijwel alle grote havens aan de westkust van Voor-Indië en aan de oostkust van Afrika en verzamelt veel informatie over handelsstromen, moessonwinden en dergelijke. Als Pero de Covilhã in 1490 of 1491 op de terugweg naar Portugal Caïro aandoet, verneemt hij dat Afonso de Paiva gestorven is, voor-dat hij Ethiopië heeft bereikt. Hij ontmoet daar ook twee afgezanten van koning João, die de vorst hem heeft tegemoet gezonden. Uit hun instructies blijkt dat Pero de Covilhã zich alsnog naar het hof van Preste Joam in Ethiopië dient te begeven, nadat hij een van de gezanten uitgebreid schriftelijk rapport van zijn bevindingen heeft gegeven, waarmee deze naar Portugal terugkeert.

Natuurlijk heeft koning João II, na de terugkeer van Bartolomeu Dias, in december 1488, vol ongeduld gewacht op de terugkeer van Pero de Covilhã en Afonso de Paiva. Toen zij ongeveer drie jaar na hun vertrek nog niet waren teruggekeerd, heeft de koning gezanten naar het Midden-Oosten gezonden om te vernemen wat er van hen gewor-den was. Uit het rapport van Pero de Covilhã, dat João II omstreeks 1491 zou hebben bereikt, heeft hij ongetwijfeld vernomen dat de specerijenhandel in de Indische Oceaan al eeuwenlang in handen is van de Arabieren. De koning moet zich gerealiseerd hebben dat het aantasten van dit handelsmonopolie strijd met de Turkse zeemacht impliceert. De offensieve kracht van de karvelen die de Portugezen voor de vaart op Afrika gebruiken, is te gering om de strijd met de Turkse vloot aan te binden. Er dient voor de vaart in de Indische Oceaan een nieuw type schip ontwikkeld te worden, dat met krach-tiger stukken artillerie kan worden uitgerust. Bovendien heeft de tocht van Bartolomeu Dias geleerd dat er een zodanige route over de Atlantische Oceaan dient te worden gevonden, dat niet voortdurend tegen de zuidwestpassaat behoeft te worden opgetornd.

Terwijl een nieuw type schip, de nau (kraak), ontwikkeld wordt en er wellicht ook geheim gebleven verkenningstochten in het zuiden van de Atlantische Oceaan worden ondernomen, verschijnt Columbus in maart 1493, op de terugweg van zijn eerste reis naar Amerika, op de Taag. Tijdens een audiëntie bij koning João II beweert hij Cipango (Japan)) ontdekt te hebben. Omdat Cipango volgens de kaarten uit die tijd, hoewel ver naar het oosten, ten zuiden van de Canarische eilanden ligt, eist João II de door Columbus ontdekte gebieden, op basis van het Verdrag van Alcáçovas, voor Portugal op. Terwijl er vrijwel direct onderhandelingen tussen Spanje en Portugal over de kwestie beginnen, zoeken de Reyes Católicos steun bij de Spaanse paus Alexander VI. Deze vaardigt in 1493 een aantal bullen uit, waarin al het gebied ten westen van een lijn, die van pool tot pool getrokken wordt op 100 léguas (320 zeemijl) ten westen van de Kaapverdische eilanden, aan Spanje toevalt, terwijl Spanje ook gerechtigd wordt nog niet ontdekte gebieden op het oostelijk halfrond in bezit te nemen. Bovendien verleent de paus het Katholieke Koningspaar, met terugwerkende kracht, zelfs privileges ten aanzien van Afrika, die voorheen verleend zijn aan de Portugese kroon. Koning João II, die zich vanzelfsprekend niet met de pauselijke uitspraken kan verenigen, wendt voor ze niet te begrijpen, zodat de onderhandelingen met Spanje worden voortgezet. Deze leiden tot een diplomatiek akkoord, dat wordt vastgelegd in het Verdrag van Tordesillas, gedateerd 7 juni 1494. In dit verdrag verdelen Spanje en Portugal de`nog te ontdekken wereld’ door de demarcatielijn niet te bepalen op 100, maar op 370 léguas (1.184 zeemijl), ten westen van de Kaapverdische eilanden. Door de meridiaan – op verzoek van Portugal – naar het westen op te schuiven, komt Cipango, de ver-meende ontdekking van Columbus, op het Spaanse halfrond te liggen, hetgeen ongetwijfeld door Ferdinand en Isabella als een groot diplomatiek succes zal zijn beschouwd. Portugal verwerft echter de heerschappij over de wateren van de zuidelijke Atlantische Oceaan, hetgeen van eminent belang is voor de vaart op Kaap de Goede Hoop en Indië. Bovendien komt aan Portugal het oosten van Brazilië, waarvan de kustlijn hoogstwaarschijnlijk al door Portugese zeelieden is waargenomen. Tenslotte krijgt Portugal de vrije hand in Azië en ziet Spanje af van zijn oude aanspraken op Afrika. Het Verdrag van Tordesillas maakt de weg vrij voor de eerste expeditie naar Indië, met de voorbereiding waarvan direct begonnen wordt. Tijdens deze voor-bereidingen sterft koning João II op 25 oktober 1495, nadat hij het land veertien jaar krachtig en bekwaam geregeerd heeft. Hiermee verwerft hij zich de eretitel Príncipe Perfeito (volmaakte vorst). Hij wordt opgevolgd door zijn neef Manuel, hertog van Beja en Meester van de rijke en machtige militair-religieuze Orde van Christus. De troonswisseling leidt vanzelfsprekend tot enig uitstel van de voorge-nomen eerste expeditie naar Indië, zodat deze pas in 1497 uitzeilt.

Diffie somt een groot aantal redenen op waarom het tot 1497 heeft geduurd voordat de geslaagde reis van Bartolomeu Dias, waarvan hij in 1488 is teruggekeerd, een vervolg krijgt. Hij schrijft: hiervoor zijn verschillende redenen aangedragen. De koning moet zich met vele problemen bezighouden. Allereerst de campagne in Marokko. Daar wordt in de jaren 1487 en 1488 hard gevochten en in 1489 zendt João II twee vloten naar Marokko, in een niet succesrijke poging een fort te bouwen op het eiland Graciosa, een paar léguas van Larache. In 1490 wordt alweer een vloot naar Marokko gezon-den. Andere oorzaken die het uitzenden van de eerste expeditie naar Indië kunnen hebben vertraagd zijn: het overlijden van`s konings zoon Afonso, de erfgenaam van de troon, die in juli 1491 de dood vindt bij een val van zijn paard; de verdrijving van de joden uit Spanje en hun vlucht naar Portugal in 1492, een gebeurtenis die João II gedurende langere tijd heeft beziggehouden; de ontdekking van Amerika door Columbus en de noodzaak de Portugese rechten veilig te stellen. Als het rapport van Pero de Covilhã koning João niet zodanig op tijd bereikt heeft dat hij zijn voordeel heeft kunnen doen met de inlichtingen die het rapport bevat, moet ook dit tot vertraging hebben geleid. Het overlijden van João II in 1495 en de troonsbestijging van Manuel kunnen ook beschouwd worden als oorzaken van vertraging. De onderhandelingen over het huwelijk tussen Manuel en de Reyes Católicos over het huwelijk van hun dochter Isabella, welk huwelijk de verdrijving van de joden en moslims uit Portugal vereist, slokt Manuels aandacht op vanaf de herfst van 1495 tot in het jaar 1497. Enige historici hebben naar voren gebracht dat de koninklijke raadgevers denken dat Portugal te zwak en te arm is voor een langdurige onderneming op zee. Zij beschouwen Dias’ reis eerder als iets dat hen heeft ontmoedigd dan als een gebeurtenis die oproept tot doorgaan op de ingeslagen weg. João de Barros vermeldt dat koning Manuel zijn adviesraad bijeen-roept om de meningen over de expeditie van Vasco da Gama te peilen. In de raad `worden zeer verschillende meningen naar voren gebracht; de meerderheid is van oordeel dat Indië niet moet worden ontdekt.’

Diffie voegt aan het voorgaande nog toe, dat een aantal historici alle voorgaande uitleg heeft verworpen. Zij beweren dat er zeer succes-rijke geheime expedities naar de Atlantische Oceaan zijn onderno-men, om gegevens te verzamelen over stromingen, windrichtingen en de zeilcondities in het algemeen. Bij ten minste één gelegenheid zou Amerika bereikt zijn, voordat Columbus dit continent heeft ont-dekt. Op deze geheime tochten zouden nieuwe typen schepen zijn getest, die speciaal voor deze expedities zijn gebouwd. Er zit een zekere logica in deze redenering, maar er is geen bewijs voor de bewering over experimentele scheepsbouw of geheime reizen. De bewering over geheime reizen is ook niet erg logisch, want als de oorzaken die genoopt hebben tot uitstel van de eerste reis naar Indië, hout snijden, zijn dit – volgens Diffie – eveneens valide argu-menten tegen de bedoelde geheime reizen. Deze laatste opmerking overtuigt mij niet; het uitrusten van een met koopmansgoederen geladen en voldoende bewapende vloot naar het onbekende en wellicht vijandige Indië is een veel meer voorbereiding kostende, gecompliceerder en kostbaarder zaak dan het doen verkennen van de zuidelijke Atlantische wateren door enkele schepen.

Hoofdstuk 13.0 De strijd om de handel in specerijen

About Marco Ramerini

I am passionate about history, especially the history of geographical explorations and colonialism.
x

Check Also

De Malediven. Expansie van het Império Português (1515-1521)

Deel 6 Index Hoofdstuk 7 Expansie van het Império Português (1515-1521) 7.1 De Malediven Geschreven door Arnold van ...