De consolidatie van de macht in Malacca

Deel 5 Index

Hoofdstuk 3

Malacca

3.5 De consolidatie van de macht in Malacca

Geschreven door Arnold van Wickeren

Duarte Fernandes, die als passagier op een Chinese jonk, als gezant van de koning van Portugal, naar de koning van Siam, in Ayuthia is gereisd, keert terug in Malacca en doet verslag van zijn wederwaardigheden. Fernandes en zijn gevolg zijn door 200 lansiers naar het paleis begeleid en zij zijn door de met veel pracht en praal omgeven koning Rama Tibodi II in grote stijl ontvangen. De koningin, de prinsessen en de hofdames, die zich rond de troon geschaard hadden, waren gekleed in zijde en brokaat en droegen prachtige gouden sieraden, met kostbare edelstenen. Fernandes heeft Rama Tibodi II, in naam van koning Manuel, een prachtig zwaard, waarvan het gevest is ingelegd met edelstenen, overhandigd. Hij heeft de vorst ook een bood­schap van Albuquerque gegeven. De koning van Siam heeft veel belangstelling voor Portugal getoond en juicht het toe dat de Portugezen de sultan van Malacca verdreven hebben, omdat deze vazal zijn trouw aan de koning van Siam heeft opgezegd. Nadat dienaren van Rama Tibodi II het Portugese gezantschap de Siamese hoofdstad Ayuthia hebben laten zien, keren Duarte Fernandes en de zijnen, in gezelschap van een gezant van de Siamese vorst, terug naar Malacca. De gezant heeft een brief bij zich voor koning Manuel, waarin Rama Tibodi II de Portugezen, voorraden, manschappen en handelsgoederen aanbiedt. De ge­zant uit Siam heeft ook kostbare geschenken, in de vorm van een gouden kroon, een gouden zwaard en een ring met een robijn, voor koning Manuel bij zich. De gezant wordt met veel eerbetoon door Albuquerque ontvangen. Als hij naar zijn land terugkeert, ontvangt hij, naast een persoonlijk geschenk, ge­schenken voor zijn koning, die hij uit naam van koning Manuel dient aan te bieden. Het bezoek van Duarte Fernandes aan de koning van Siam heeft het karakter gehad van kennismaking en uitwisseling van inlichtingen. Om de Luso-Siamese betrekkingen een stevig fundament te geven, laat Albuquerque de vertrekken­de Siamese gezant begeleiden door een tweede gezantschap naar Siam, Het staat onder leiding van António de Miranda de Azevedo. Hij moet Rama Tibodi II verslag uitbrengen van de Portugese verovering van Malacca en hem vragen Siamese kooplieden naar Malacca te zenden. António de Miranda vertrekt eind 1511 en neemt in zijn gevolg Manuel Fragoso mee. Deze heeft tot taak rapport aan Albuquerque uit te brengen over alle wetenswaardigheden van Siam. Het gezantschap doet onderweg de belangrijke havenstad Tanasserim aan, alvorens in Ayuthia te arriveren. Miranda zal twee jaar in Siam verblijven en zijn rapport persoonlijk naar Goa brengen. Hij ervaart dat de koning van Siam veel belangstelling heeft voor vuurwapens en voor militaire steun, omdat Siam bedreigd wordt door Chiang Mai. Hij zegt de gevraagde wapenen en militaire steun toe, in ruil voor Portugese handelsfaciliteiten in Siam.

Ook de sultan van het Sumatraanse Kampar, een vazalstaat van Malacca en een schoonzoon van Mahmoed Shah, zendt een boodschapper naar Albuquerque. Onder aanbieding van een geschenk laat de gezant weten dat zijn vorst een vazal wil worden van de koning van Portugal. Albuquerque dankt de sultan dat hij de koning van Portugal wil dienen, doet hem een geschenk toekomen en biedt hem militaire bijstand aan als hij die nodig heeft. Er arriveert in Malacca ook een gezant van de `koning van Java’. Welke Javaanse vorst de kroniekschrijver kan hebben bedoeld is niet duidelijk, maar hij deelt mede dat deze koning zeer gebeten is op Mahmoed Shah, wegens de slechte behandeling van Javanen in Malacca. Albuquerque geeft de gezant voor zijn vorst, naast andere geschenken, een van de olifanten mee die bij de strijd om Malacca zijn buitgemaakt. Ook arriveren er drie pangajaoas (grote roeiboten) uit Menangkabau, een koninkrijk aan de zuidpunt van Sumatra. De opvarenden hebben een grote som goud bij zich. Daarvoor wensen zij van de Portugezen Indische kleding te kopen.

Het Portugese bewind in Malacca leidt ertoe dat de stad helemaal tot rust komt en de handel ongekende hoogten bereikt. Op zeker moment besluit Albuquerque naar Malabar terug te keren, onder meer om de verdedigingswerken van Goa te vol­tooien. Dit is zeer tegen de zin van de handelaren; zij zijn van oordeel dat de persoonlijke aanwezigheid van de gouverneur-generaal voorspoed garandeert. Zij bieden hem zelfs goud, zilver en koopwaar, als hij besluit in Malacca te blijven. Uiteraard tever­geefs. Voor zijn vertrek benoemt Albuquerque tot capitão van het inmiddels voltooide fort Ruy de Brito Patalim. Hij legert er een garnizoen van 300 man en voorziet het fort van voldoende artille­rie. De gouverneur laat ter verdediging van de stad een aanzien­lijk deel van de vloot, met 200 soldaten, in Malacca achter. Fernão Peres de Andrade wordt bevelhebber van de vloot. Hij zal Ruy de Brito opvolgen als de capitão iets zou overkomen. In dat geval zal Andrades functie worden overgenomen door zijn onder­bevelhebber Lopo de Azevedo. António de Abreu moet ook in Malacca blijven, als hij van de Molukken is teruggekeerd. Ruy de Aranjo blijft feitor en alcaide en João Jorge en Francisco Cardoso worden benoemd tot almoxarifes. De verschillende bevolkings­groepen krijgen een eigen gouverneur. Ninan Chata voor de Hin-does, Regorage voor de moslims en Colascar voor de Javanen.

De capitão van Malacca, Ruy de Brito Patalim, of diens opvolger Jorge de Albuquerque, zendt in 1513 of in 1514 voor het eerst een schip naar China. João de Barros, de enige Portugese kro­niekschrijver die, zij het zeer summier, melding maakt van de tocht, noemt in dit verband de naam van Jorge Álvares, de factor aan boord van het naar China zeilende schip. Jorge Álvares landt op het eiland Tummên en richt daar een padrão met het wapen van koning Manuel op. Tijdens zijn verblijf op het eiland sterft zijn zoontje. De vader begraaft het kind aan de voet van de padrão. Als hij zeven jaar later het eiland weer bezoekt, overlijdt ook hij en wordt bij zijn zoontje begraven. Het eerste bezoek van een Portugees schip aan China wordt in 1515 door twee Italianen bevestigd. Andrea Corsali schrijft op 6 januari aan Giuliano de Medici over de reis. Hij meldt dat het de Portugezen niet werd toegestaan het vasteland van China te betreden, omdat `het tegen de gewoonte is vreemdelingen toe te laten’. De brief­schrijver heeft ook vernomen dat het goed handeldrijven is met de Chinezen, over wie de Portugezen zeer te spreken waren. Het zijn zeer bekwame mensen `di nostra qualitá’. Ook Giovanni da Empoli, die in 1515 in Malacca is geweest, bevestigt in een brief gedateerd: Cochin, 15 november 1515, de tocht naar China van een Portugees schip. Empoli is al even enthousiast over de handelsmogelijkheden met China als zijn landgenoot. Hij hoopt de `Grote Khan’, die hij `de koning van Cathay’ noemt, ooit zelf te bezoeken.

Als koning Manuel van Albuquerque vernomen heeft dat Malacca aan de Portugese bezittingen in Azië is toegevoegd, laat hij dat paus Leo X weten. De paus celebreert naar aanleiding van dit nieuws een solemnele dankmis. Er worden buitengewoon pom­peuze processies gehouden naar de kerken van Santa Maria del Popolo en Santo Agostino, waaraan de paus ook zelf deelneemt. Camillo Portio, een van de kanunnikken van de Sint Pieter, spreekt in het Latijn een oratie uit, waarin het karakter en de daden van de koning van Portugal geprezen worden. Deze vierin­gen worden echter nog overtroffen door de komst van het schit­­terende gezantschap dat koning Manuel naar Rome zendt. Het staat onder leiding van Tristão da Cunha, die in 1506 voor een zeer roemrijke tocht naar de Orient is uitgezeild. Hij is vergezeld van Jaco Pacheco en Giovanni de Faria, zeer eerbiedwaarde en gezaghebbende juristen, drie zonen en vele andere familieleden en vrienden. Het Portugese gezantschap wordt door de straten van Rome begeleid door een keur van kardinalen en andere prelaten. De Romeinse bevolking heeft minder oog voor de ge­zanten uit Portugal, dan voor de circustrein van exotische dieren die worden meegevoerd. Daaronder twee olifanten van geweldige afmetingen, twee luipaarden, een panter en andere ongewone dieren. In de stoet bevinden zich verschillende rijkelijk met tapis­serieën behangen Perzische paarden, die worden bereden door inheemsen in hun eigen exotische kledij. Er worden ook zeer kostbare geschenken meegevoerd, waaronder met goud en juwelen afgezette kazuifels, een met groot vakmanschap vervaar­digd altaarkleed, kelken en andere attributen voor de eredienst. De stoet wordt geopend door een heraut die het wapen van de Portugese soevereinen draagt. Aangekomen bij het raam, waar­achter de paus staat, laat men een olifanten knielen voor Zijne Heiligheid. Daarna demonstreert het beest hoe het met zijn slurf water kan opzuigen en daarmee de toeschouwers kan besproei­en. Zes dagen later wordt het gezantschap in een openbare audiëntie door Leo X ontvangen, bij welke gelegenheid de gehele processie nogmaals door de straten van Rome trekt. De paus, omring door vele kardinalen en andere prelaten, alsmede door de bij de Heilige Stoel geaccrediteerde ambassadeurs van andere naties en hofdignitarissen, hoort een oratie in het Latijn aan van Jaco Pacheco. Leo X antwoordt in dezelfde taal en prijst de koning van Portugal voor diens toewijding aan de Heilige Stoel. De paus pleit voor vrede in Europa, maar voor het gezamenlijk opnemen van de wapens tegen de Turken. Daarna biedt het gezantschap zijn giften aan, terwijl de verscheurende dieren de hun toegeworpen prooi verslinden. Eigenlijk had koning Manuel de Romeinse bevolking op de aanblik van een nog veel vreemder dier willen verrassen, maar bij het in Lissabon inschepen van een van de koning van Cambay verkregen rinoceros is iets misgegaan, dat het beest het leven heeft gekost.

4.1 De Specerijen-eilanden in het begin van de 16e eeuw.

About Marco Ramerini

I am passionate about history, especially the history of geographical explorations and colonialism.
x

Check Also

Ceylon. Expansie van het Império Português (1515-1521)

Deel 6 Index Hoofdstuk 7 Expansie van het Império Português (1515-1521) 7.2 Ceylon Geschreven door Arnold van ...